De waternota gaat vaak over een periode van ongeveer 12 maanden. Gebruik de waternota waarvan de meeste maanden vallen in het jaar waarvoor u aangifte doet. De RBG herleidt het watergebruik op deze nota naar een jaargebruik.
Voor bedrijven met huishoudelijk afvalwater (zoals winkels en kantoren) gelden de volgende regels:
• Tot en met 43 m3 ingenomen water per jaar: 1 vervuilingseenheid;
• Van 44 m3 tot en met 217 m3 ingenomen water per jaar: 3 vervuilingseenheden;
• Vanaf 218 m3 ingenomen water per jaar: 5 of meer vervuilingseenheden.
Voorbeeld van een bedrijf met huishoudelijk afvalwater dat meer dan 218 m3 water loost. 514 m3 water x 0,023 ve/m3 = 11,82 vervuilingseenheden. Het aantal vervuilingseenheden maal het tarief, is het aanslagbedrag.
Voor bedrijven die geen huishoudelijk afvalwater lozen gelden andere regels. Voor de meeste bedrijven berekenen we het aantal vervuilingseenheden met de tabel afvalwatercoëfficiënten.